Geachte mevrouw, mijnheer,
In mei 2005 besliste de vzw WILOO
en een aantal omwonenden om bij de Raad van State
een procedure ten gronde op te starten tegen de
nieuwe milieuvergunning van de luchthaven
Oostende-Brugge. De 20 jaar geldige milieuvergunning
bood naar onze mening onvoldoende garanties om de
geluids- en milieuoverlast tot een aanvaardbaar
niveau te beperken en een normale
gezondheidssituatie voor de 10.000 omwonenden te
verzekeren. Volgens vzw WILOO was deze vergunning
dan ook een aanfluiting van het grondwettelijk recht
op een gezonde leefomgeving.
In mei 2008 adviseerde de Auditeur
bij de Raad van State om de milieuvergunning van de
luchthaven te vernietigen. Vzw WILOO organiseerde
hierover een persconferentie “Tijdbom onder de
milieuvergunning”. Zie:
http://www.wiloo.be/persconferentie21mei08_rvs.pdf.
Op 25 juni 2009 kwam de zaak
opnieuw voor. Het daaropvolgend arrest van 14 juli
2009 (zie:
http://www.raadvst-consetat.be/Arresten/195000/200/195231.pdf),
dat normaal het definitieve arrest had moeten zijn,
neemt inhoudelijk geen beslissing! In het kader van
een parallelle procedure voor de luchthaven van
Zaventem moet een prejudiciële vraag (zie...)
worden gesteld aan het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen. In die vraag wordt nagegaan
of er inderdaad een MER-plicht is voor een
milieuvergunning voor vliegvelden.
Voor vzw WILOO betekent het
jongste arrest dat, ondanks het feit dat we een
(door de Auditeur bijgetreden) zéér goed middel
hadden, er nu weer uitstel in de zaak komt.
Ondertussen tikt de tijdbom
verder…
m.vr.gr,