Plenaire Vergadering van 29-11-2006
Actuele vraag van de heer Eloi Glorieux tot de
heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie,
Leefmilieu en Natuur, over de verklaringen van de minister betreffende
een eventueel federaal verbod op korteafstandvluchten
De voorzitter:
De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux:
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, recent heeft uw
Waalse collega het logische besluit genomen om vluchten met grote
passagierstoestellen tussen Charleroi en Luik aan banden te leggen.
Federaal minister Landuyt heeft een KB klaargemaakt waarin hij
korteafstandvluchten tot een afstand van 150 kilometer met
toestellen van meer dan 7,5 ton wil verbieden. Dat is eens te meer
een logische maatregel omdat het vliegverkeer in vergelijking met de
alternatieven enorm energie-intensief is en heel wat schadelijke
stoffen uitstoot. Korteafstandvluchten scoren nog veel erger omdat
de meeste kerosine wordt verbruikt tijdens het opstijgen. Vanuit de
luchthaven van Oostende vertrekken er vluchten met Boeings 747 naar
Kent, dat amper 105 kilometer verder ligt. Er vertrekken ook grote
passagierstoestellen van Oostende naar Rijsel, dat 73 kilometer
verder ligt, of naar Zaventem, dat 107 kilometer verder ligt. Dat is
een enorme absurditeit.
Het vliegverkeer stoot in het algemeen vijf keer meer CO2 en NOx
uit dan de trein. Voor korteafstandvluchten is de verhouding nog
veel erger. Het wekte dan ook enige verwondering toen ik in de krant
las dat uitgerekend de Vlaamse minister van Leefmilieu het
initiatief van de federale minister betreurt. Er wordt met veel
poeha over de klimaatproblematiek gesproken en er vinden grote
klimaatconferenties plaats, maar wanneer een keuze moet worden
gemaakt tussen harde economie en ecologie, dan kiest de Vlaamse
Regering steevast voor het eerste.
Mijnheer de minister, in welke mate is het klimaatbeleid van de
Vlaamse Regering ernstig te nemen? Hoe staat u tegenover het
voorstel om de korteafstandvluchten aan banden te leggen?
Welk standpunt neemt de Vlaamse Regering in op het overleg dat
zal doorgaan of al is doorgegaan met de ministers van de federale
regeringen en de andere gewesten? Bent u bereid om zo'n maatregel te
ondersteunen en ervoor te zorgen dat zo'n absurde
korteafstandsvluchten waarvoor goede alternatieven bestaan, van onze
Vlaamse luchthavens worden geweerd?
De voorzitter:
Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters:
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, als u mij citeert, dan
moet u dat volledig doen. Ik heb gezegd dat ik het betreur dat ik
het bestaan van zo'n voorstellen en ontwerpen van koninklijke
besluit via de kranten moet vernemen. Ik betreur het ook als dit
soort van initiatieven onvoldoende zouden zijn onderbouwd. U en ik
hebben gelezen dat minister Landuyt een ontwerp van koninklijk
besluit voorbereidt. Ik heb die tekst evenwel nog niet gezien.
In dat ontwerp zouden vier elementen aan bod komen. Er zou een
verbod komen voor commerciële vluchten met jets in België waarvan de
afstand minder dan 150 km bedraagt. U hebt het over jets van 7,5 ton
take off weight; ik daarentegen heb het cijfer van 5,7 ton
opgevangen. Het is erg belangrijk goed te weten waarover het gaat.
Op dit ogenblik vergadert een interkabinettenwerkgroep over deze
zaak. Mijn medewerker is aanwezig. Hij heeft de opdracht zorgvuldig
te luisteren naar de concrete invulling van het verbod dat minister
Landuyt zou willen uitvaardigen.
U verwijst terecht naar een ander initiatief, van minister
Antoine. Op 31 oktober 2006 nam hij een ministerieel besluit over de
lijn Casablanca-Charleroi-Luik-Casablanca. Hij wil het vliegverkeer
tussen Charleroi en Luik verbieden en die lijn vervangen door de
verbinding Casablanca-Luik. Ik spreek me daarover niet uit. Er
bestaat wel een bilateraal akkoord tussen België en Marokko over
vliegroutes. Onlangs nog, in september 2006, heeft het Belgische
instituut voor de luchtvaart de lijn
Casablanca-Charleroi-Luik-Casablanca goedgekeurd. Men zal in
Wallonië moeten uitklaren of de beslissing in overeenstemming is met
dat bilateraal akkoord.
Ten gronde wil ik stellen dat het evident is dat wij de
Kyotodoelstellingen van Vlaanderen zeer ernstig nemen. Ik heb hier
al de initiatieven in dat verband toegelicht. U hebt gelijk dat de
bijdrage van de luchtvaart aan de realisatie van de
Kyotodoelstellingen erg belangrijk zal zijn. Ik ga evenwel geen
debat aan over voorstellen die ik niet ken en waarvan ik niet alle
gevolgen ken. Ik weet niet of het over 5,7 ton of 7,5 ton gaat. Ik
weet niet of het gaat over 150 kilometer die in België zelf worden
afgelegd, dan wel over korteafstandvluchten met bestemmingen die ook
in het buitenland liggen, zoals Kent en Rijsel. We moeten ook goed
de milieu-impact onderzoeken. Is het vanuit ecologisch standpunt
beter twee vliegtuigen naar Casablanca te sturen, of slechts eentje
dat dan wel een tussenstop in Charleroi maakt?
Ik rond af. De luchtvaartsector moet een bijdrage leveren aan de
realisatie van Kyoto. Ik ben op dat vlak een vragende partij. Ik ben
bereid om te onderzoeken welke concrete maatregelen we ter zake
kunnen nemen, maar dan wel op basis van facts and figures. We hebben
nood aan een onderbouwd dossier, met een goed zicht op de gevolgen
voor het milieu én op de economische gevolgen.
De heer Eloi Glorieux:
Mijnheer de minister, ik ben toch niet helemaal gerustgesteld.
Het komt er eigenlijk op neer dat er keuzes gemaakt moeten worden.
Als ik merk dat bijvoorbeeld in het kader van het START-project
wordt voorgesteld om tegen 2025 het aantal vluchten vanop Zaventem
te verdubbelen, terwijl we tegen 2030 onze CO2-uitstoot met de helft
moeten reduceren, rijzen er toch vragen.
Mijnheer de minister, u zegt dat een besluit onderbouwd moet
zijn. Ik kan me voorstellen dat men opnieuw heel wat studies laat
maken, maar het is duidelijk wat de milieu-impact van het
korteafstandvliegverkeer is. Alle elementen liggen op tafel. Het
komt er gewoon op neer dat een concrete keuze moet worden gemaakt.
Economie is belangrijk, maar de alternatieven, die de economie
niet wezenlijk benadelen, zijn absoluut aanwezig. Ik denk dat de
keuze heel simpel is en we geen nood hebben aan nieuwe studies die
het dossier moeten onderbouwen, maar absoluut noodzakelijke
maatregelen op de lange baan schuiven.
De voorzitter:
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder:
Mijnheer de minister, u hebt het KB van minister Landuyt in zijn
huidige vorm misschien nog niet gezien, maar ik wel. Ik kan u
verzekeren dat het in de huidige vorm werkelijk de doodsteek is voor
onze regionale luchthavens.
De VLD-fractie is er, voor alle duidelijkheid, geen voorstander
van dat reguliere lijnvluchten van meer dan 200 passagiers tussen
Charleroi en Luik driemaal per dag heen en weer vliegen, maar daar
gaat het niet over in het KB van Landuyt.
Minister Landuyt maakt alle vluchten van minder dan 150 kilometer
onmogelijk voor straalvliegtuigen van meer dan 5,7 ton, zowel in
binnen- als buitenland. Dat sluit niet enkel vluchten tussen
Charleroi en Luik uit. Ook de uitwijkingen wegens
weersomstandigheden worden onmogelijk. Er zal niet meer uitgeweken
kunnen worden naar een andere luchthaven, bijvoorbeeld omdat men in
Antwerpen niet kan landen zolang niet alle kapwerken zijn gebeurd.
Het KB sluit ook trainingsvluchten voor piloten uit. Ik denk niet
dat we onze piloten in opleiding naar Reims of Parijs willen sturen
om een touchdown te maken. Ook charitatieve vluchten worden
onmogelijk. De jaarlijkse activiteiten om bijvoorbeeld gehandicapte
kinderen van Antwerpen naar Brussel te vliegen, kunnen niet meer.
Het KB sluit ook 'vleugels op maat' uit, waarbij een vlucht met
zakenmensen bijvoorbeeld vertrekt in Antwerpen, in Charleroi mensen
oppikt, om dan door te vliegen naar Toulouse of Londen. Ook de
samenwerking tussen vliegtuigmaatschappijen, om bij een tekort
zakenjets uit te wisselen, kan niet meer.
Mijnheer de minister, ik zal u mijn argumenten schriftelijk
bezorgen. Dit KB is de doodsteek voor onze regionale luchthavens.
Het staat ook haaks op de optie van de Vlaamse Regering om onze
regionale luchthavens maximaal te ondersteunen en te laten voldoen
aan alle veiligheidsnormen. Het staat ook haaks op de Europese
realiteit, want we gaan volledig voorbij aan de reciprociteit. We
laten vliegtuigen die uit het buitenland komen niet meer landen waar
ze willen. Dat zou zware gevolgen kunnen hebben voor onze
vliegtuigen die in Turkije, Kenia of Egypte tussenlandingen maken op
minder dan 150 kilometer van elkaar.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u volop de kaart zult trekken
van onze regionale luchthavens in uw communicatie met de federale
regering.
De voorzitter:
De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen:
Mijnheer de minister, ik ben enigszins ontgoocheld over uw
antwoord. Van de minister van Leefmilieu had ik verwacht dat hij op
dit moment, nu de klimaatproblematiek zo scherp wordt gesteld, het
eens zou zijn met de stelling dat korteafstandsvluchten negatief
zijn voor ons milieu. Ik denk dat dit het uitgangspunt moet zijn.
Ik ga me niet uitspreken over het KB, want ik kan me best
voorstellen dat het verbeterd en verfijnd kan worden.
Mijnheer de minister, ik ben ook teleurgesteld over uw antwoord,
als u zegt dat u iemand van uw kabinet hebt gestuurd om te
luisteren.
Ik hoop dat Vlaanderen ook proactief kan zijn en een inbreng kan
doen zodat het uiteindelijke besluit meer beantwoordt aan wat wij
belangrijk vinden. Dat korteafstandvluchten negatief zijn voor het
milieu, moet niemand meer duidelijk maken, daar zijn voldoende
wetenschappelijke bewijzen voor. De mogelijke economische impact
moeten we op andere manieren proberen op te vangen, mijnheer de
minister. Ik vind het erg spijtig dat, nu het klimaat zo centraal
staat, u geen duidelijk principieel standpunt wilt innemen.
Minister Kris Peeters:
Mijnheer Sannen, wanneer een collega een voorstel via de pers
lanceert, is het normaal om daar eerst naar te luisteren. Daarnaast
heb ik gezegd dat we Kyoto zeer ernstig nemen en dat het spijtig
genoeg niet zo eenvoudig is als u het voorstelt. Het gaat niet
alleen over een korte vlucht tussen Luik en Charleroi of tussen
Oostende en Charleroi, het is iets delicater en iets ruimer dan dat.
Het gaat bijvoorbeeld ook over het voorval waar mijn federale
collega Antoine over heeft gesproken, namelijk Casablanca-Charleroi,
Charleroi-Luik en Luik-Casablanca. De vraag is of er twee
vliegtuigen of één volledig bezet vliegtuig moeten vliegen naar
Casablanca.
De milieu-impact van korte vluchten ligt me heel na aan het hart.
Als we daarvoor maatregelen kunnen nemen, zullen we dat ook doen.
Het is niet juist dat, zoals u zegt, ik daar niet de nodige zorg aan
zou besteden, integendeel. Ik vind het wel normaal dat we met kennis
van zaken en met 'facts and figures' het dossier bekijken en niet
maar wat lukraak dingen uit de mouw schudden, waarbij achteraf zou
blijken dat het milieu-effect negatief in plaats van positief zou
zijn. Dat zou heel spijtig zijn.
De heer Eloi Glorieux:
Mijnheer de minister, ik vind het wat hilarisch. De verbinding
tussen Luik en Charleroi stopzetten, heeft niet als bedoeling om
twee vliegtuigen in te zetten, één vanuit Luik en één vanuit
Charleroi, maar om de mensen met de bus of met de trein van Luik
naar Charleroi te brengen en hen dan op één toestel te plaatsen. Dat
is het alternatief.
Economie is belangrijk, maar niet enkel op de korte termijn maar
ook op de lange termijn. Het Sternrapport maakt ons heel duidelijk
dat nu niet investeren en nu kortzichtige maatregelen treffen die
ons op korte termijn eventueel een economische winstmaximalisatie
opleveren, ons op de lange termijn veel meer kan kosten dan wanneer
we die maatregelen nemen die zich opdringen. Een verantwoordelijke
regering kan enkel en alleen besluiten dat we nu veel verder moeten
gaan in het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen dan tot
nu toe is gebeurd, zowel onder de vorige als onder de huidige
regering. Nu is er een 'sense of urgency' ontstaan waarvan we
gebruik moeten maken om te voorkomen dat de voorspelling uitkomt die
in het Sternrapport rapport staat, namelijk dat we binnen vijftig
jaar als gevolg van de effecten van het broeikaseffect nog veel meer
schade zullen ondervinden dan een eventuele kortetermijnschade die
maatregelen op dit ogenblik met zich zullen meebrengen.
Minister Kris Peeters:
Ik kom terug wanneer de beslissing met kennis van zaken zal
worden genomen.
De voorzitter:
Het incident is gesloten.
Bron: Actuele vraag van de heer Eloi Glorieux
tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken,
Energie, Leefmilieu en Natuur, over de verklaringen van de minister
betreffende een eventueel federaal verbod op korteafstandvluchten
Nr. 52
(2006-2007)
Handelingen dossier
|