WILOO (uit
De Standaard 9 jan 2004, opiniepagina's)
André Van Hove van het
directoraat-generaal van de Luchtvaart beschuldigt de milieuactiegroep
Wiloo van stemmingmakerij (DS 8 januari). En de krant zelf minimaliseert
de veiligheidsrisico's van de luchtvaart in het algemeen (De Standaard
analyse, DS 7 januari).
Dat vliegen zeer veilig
is, zullen wij niet betwisten. In de luchtvaart zijn de meeste
maatschappijen te goeder trouw. Maar er zitten wel degelijk cowboys
tussen.
In Oostende hebben wij
als omwonenden te maken met een luchthaven die om allerlei redenen niet
erg in trek is. Het management is blij met de komst van een dode mus. Wij
worden dan ook al decennialang geconfronteerd met de meest bizarre
maatschappijen en situaties. Het water is hier dan ook veel dieper en het
gevaar voor de omwonenden veel groter. Nog steeds is er van een beloofde
vernieuwing van de vloot en de komst van bonafide maatschappijen weinig te
merken. Van de types toestellen die de omwonenden van Zaventem willen
bannen, kunnen wij alleen maar dromen!
Al jaren dringen wij ook
aan op meer 'echte' inspecties van de vaak zeer oude toestellen in gebruik
bij firma's met maar één of maar enkele toestellen. Maatschappijen uit
zeer arme Afrikaanse of Oost-Europese landen die voortdurend van naam en
jas veranderen. Al jaren moeten wij onder de aanvliegroute van een absurd
gelegen luchthaven wonen, werken, slapen en onze kinderen naar school
sturen. En dit met slechts één enkele garantie: 'de papieren' van de soms
rook uitbrakende machines zijn in orde. Ook al komen die documenten uit
corrupte landen als Liberia, Egypte, Oost-Europese staten enzovoort.
Al jaren krijgen wij ook
nul op het rekest als we vragen naar meer transparantie bij het Bestuur
der Luchtvaart. Talrijke zware incidenten hebben zich ondertussen
voorgedaan zonder dat wij afdoende informatie ontvingen. Vaak hebben we
veel geluk gehad en zijn de op Oostende opererende toestellen in het
buitenland gecrasht. Een magere troost.
Van Hove vergist zich
trouwens waar hij zegt dat de maatschappij Flash Airlines nooit op
Oostende heeft gevlogen: op 20 februari 2000 waren ze nog in Oostende te
bewonderen.
Wij blijven bij ons
verzoek om de Egyptische maatschappij Air Memphis te bannen en strenge
controles uit te voeren op Egypt Air en alle andere maatschappijen.
Jacques Denecker, Wiloo
(Oostende)
Oostendse
chartermaatschappij vloog met Egyptisch rampvliegtuig
(Maarten Rabaey De
Morgen 2004-01-07, pag. 1)
Het Flash Airlines-vliegtuig dat zaterdag in de Rode Zee
neerstortte, werd ook gebruikt door de Egyptische maatschappij Air Memphis,
die opereert vanuit Oostende. Directeur-generaal Erik Van Nuffel van het
Bestuur der Luchtvaart gelastte prompt een onderzoek. Memphis Air heeft
een kwalijke reputatie inzake veiligheid. Voor de Werkgroep Impact
Luchthaven Oostende op haar Omgeving (Wiloo) is de maat vol: "Het
Flash-toestel had ook boven Oostende kunnen neerstorten."
Flash Airlines voorzag deze en vorige maand wekelijks een
vlucht Pisa-Sharm-el-Sheikh voor rekening van Air Memphis. "Air Memphis
huurde de Boeing volledig, inclusief bemanning", zegt Jacques Denecker van
Wiloo. "De crash van zaterdag is symptomatisch voor de slechte reputatie
van Air Memphis, dat ondanks zijn beperkte vloot in de laatste jaren
verscheidene incidenten meemaakte. In augustus 2000 werd een van hun
Boeings 707 in Oostende aan de ketting gelegd wegens te onveilig. Voordien
maakte dat toestel hier al een buiklanding. Een andere B707 van Air
Memphis, die in 1997 nog op Oostende vloog, crashte het jaar daarop in
Kenia. Daarbij kwamen alle bemanningsleden om." Sinds november landt een
B707 van Air Memphis soms tweemaal per dag in Oostende. Volgens Wiloo is
ook dat toestel in een "bedenkelijke staat". Het vliegt bijna dagelijks
boven Oostendse scholen, woonwijken en enkele shoppingcentra.
De directeur-generaal van het Bestuur der Luchtvaart
kondigde gisteren aan de zaak te onderzoeken. "Met Air Memphis hadden we
vroeger vodden maar daarna doorstond het de inspecties", zegt Erik Van
Nuffel. "We waren niet op de hoogte van het samenwerkingsakkoord met Flash
Airlines. Ik heb mijn inspectiediensten gelast dat te controleren, indien
nodig ook terplaatse in Oostende."
Europa verstrengt
veiligheid in de lucht
Nieuwe richtlijn in
stroomversnelling na crash in Egypte
(De
Morgen, Bart Eeckhout 14 jan 2004)
De Europese Unie wil op korte termijn de
veiligheidsvoorschriften voor de burgerluchtvaart in Europa verstrengen.
Nu al gelden er strenge regels voor vliegtuigen van maatschappijen uit de
EU zelf, en de bedoeling is dat die ook zouden gelden voor maatschappijen
uit niet-EU-landen die vliegen op Europese luchthavens. Een voorstel van
richtlijn daarover circuleert al zes jaar in de Europese politieke
instellingen maar kwam in een stroomversnelling na de recente crash van
een vliegtuig van Flash Airlines in Egypte.
Meteen na de crash, waarbij alle 148 inzittenden
(voornamelijk Franse toeristen) om het leven kwamen, gingen er stemmen op
dat het ongeluk mogelijk te vermijden was geweest als de EU wat meer haast
had gemaakt met het stroomlijnen van haar veiligheidsvoorschriften voor de
burgerluchtvaart. Bevoegd Europees Commissaris Loyola de Palacio moest
toegeven dat er geen eenvormige zwarte lijst bestaat van onveilige
toestellen of maatschappijen binnen de EU. De belangrijkste hinderpaal
blijkt de terughoudendheid van de lidstaten om een deel van de bevoegdheid
over hun luchtterritorium af te staan.
Na de Flash-crash blijkt die terughoudendheid fel
afgenomen. De Europese richtlijn over de uitbreiding van de
veiligheidsvoorschriften is dan ook in een stroomversnelling gekomen.
Volgende week, op 20 januari, start de Europese Raad de besprekingen over
de richtlijn. Het doel is om de regels uit de verschillende lidstaten te
harmoniseren. Ook moet de informatie over de inspecties van vliegtuigen
uit niet-EU-landen op luchthavens in de EU beter worden uitgewisseld. Het
Europese Agentschap voor de Luchtveiligheid, dat nu al de
veiligheidscontroles voor Europese vliegtuigen coördineert, zou daar dan
een rol in moeten spelen.
Wellicht nog in het voorjaar wordt de richtlijn definitief
goedgekeurd. Dat hoopt ook Europees parlementslid Nelly Maes (Spirit). Als
rapporteur volgde zij het debat over de richtlijn in het Europees
Parlement op de voet. "De bewindslui voelen de hete adem van de publieke
opinie in de nek", zegt Maes. "De rotte appels moeten eruit. Met hun
dumpingprijzen bederven ze de markt en bovendien geven ze de gehele sector
een imago van onveiligheid. Ook de grote luchtvaartmaatschappijen beseffen
nu dat zij alle belang hebben bij een transparant beleid. De Britten
willen hun eigen 'black list' voor onveilige maatschappijen publiek maken.
Ik hoop dat de andere landen zullen volgen, zodat we uiteindelijk tot een
gemeenschappelijke zwarte lijst kunnen komen." (BE)
Wachten op de eerste
vliegtuigramp aan de Vlaamse kust
(Maarten Rabaey
2004-01-10, Bijlage Reporter in De Morgen)
De 148 passagiers die vorige week stierven toen hun
vliegtuig van Flash Airlines neerstortte in de Rode Zee hadden nu nog
geleefd als de luchtvaartautoriteiten en de Europese Unie niet zo
gefilibusterd hadden over geharmoniseerde veiligheidsrichtlijnen. Al sinds
1996 bakkeleien ze over 'technicalities', terwijl ze beter de techniek van
de vliegtuigen in de gaten hadden gehouden. Zo riskeert de luchthaven van
Oostende bijna dagelijks een crash, door de vliegende wrakken van een
Flash-partner.
Wat voor de kust van het Egyptische vakantieparadijs Sharm
el-Sheikh gebeurde, kan net zo goed in onze 'koningin der badsteden'.
Wrakken van een partnermaatschappij van het dubieuze Flash Airlines
vliegen er af en aan
'Flash Airlines-vlucht FSH604 stortte in de Noordzee, drie
minuten na het opstijgen om 4u44 in de ochtend. Wellicht kwamen alle 148
mensen aan boord om, onder wie 133 Franse toeristen. Volledige families
die de oudejaarsnacht van hun dromen doorbrachten in de koningin der
badsteden kwamen om. De ramp was wellicht niet gebeurd als de
inspectiediensten hadden geluisterd naar de Zwitserse autoriteiten, die de
luchtvaartmaatschappij in 2002 een vliegverbod oplegden vanwege haar
gammele staat.'
In dit bewerkte bericht uit een buitenlandse krant klopt
alleen de plaats van de ramp niet: de Boeing-737 van de Egyptische
chartermaatschappij Flash Airlines stortte vorige zaterdag neer in de Rode
Zee voor de kust van het Egyptische vakantieparadijs Sharm el-Sheikh. Maar
de macabere vergelijking met Oostende en de Noordzee was bijna géén fictie
geweest, zo blijkt uit het observatiewerk van de Werkgroep Impact
Luchthaven Oostende op Omgeving (Wiloo), een milieuactiegroep van bewoners
die al jaren waarschuwt voor de gebrekkige veiligheid van de in- en
uitgaande vliegtuigen in Oostende. Wiloo achterhaalde dat Flash Airlines
op de luchthaven van Oostende helemaal geen onbekende is.
Al in 2000 landde één van hun vliegtuigen er voor een
eerste keer, zij het met andere opschriften dan vandaag. Flash werkt er
sindsdien ook nauw samen met de Egyptische maatschappij Memphis Air. Beide
maatschappijen hebben slechts één ding gemeenschappelijk: ze delen al
jaren een barslechte reputatie inzake onderhoud en veiligheid.
Zwitserland waarschuwde de Europese luchtvaartautoriteiten
al in 2002 voor Flash. Op 11 oktober van dat jaar vertrok Robert Oesch,
een 36-jarige ex-steward van Swissair, toen voor een vakantie naar Sharm
el-Sheikh. De Boeing waarin hij stapte, was dezelfde die vorige zaterdag
neerstortte. Dat verwonderde hem niet echt.
"We moesten toen al acht uur wachten om aan boord te gaan
van ons vliegtuig, want dat was de tijd die de inspecteurs van de
Zwitserse dienst voor burgerluchtvaart nodig hadden om hun werk te doen",
vertelde hij eerder deze week aan de Geneefse krant Le Matin. "Omdat ik
het beroep ken, stelde ik vervolgens zelf vast wat er allemaal niét aan
boord was. De lijst was indrukwekkend: in de cockpit waren enkele
instrumenten buiten gebruik; de zuurstofmaskers voor de piloten ontbraken;
het aantal zuurstofflessen in geval van nood was onvolledig; onder
meerdere zetels waren er geen reddingsvesten; meerdere zetels waren
gescheurd en de veiligheidsrichtlijnen voor de passagiers ontbraken." Ook
de manager van de Franse regionale luchthaven Angers was toen aan boord.
"Zelden heb ik in de loop van mijn carrière een vliegtuig in dergelijke
staat gezien", zegt hij nu.
Uiteindelijk mocht de charter toch opstijgen van op de
luchthaven van Kloten (Zürich). Oesch: "Ik heb aanvaard om aan boord te
gaan, maar alleen omdat de inspectie zijn werk minutieus deed. Maar, ik
geef het toe, ik ben gedurende de hele vlucht bang geweest." "Vooral",
vertelt hij, "toen de piloten allebei door de gang liepen terwijl het
toestel op automatisch systeem vloog."
Oesch had geen rustige vakantie meer. De hele week
probeerde hij een andere vlucht naar huis te versieren. Vergeefs. De
redding kwam toen de Zwitserse luchtvaartinspectie Flash Airlines
definitief verbood om te landen of op te stijgen van op een Zwitserse
luchthaven. Hij kon met een andere maatschappij terugvliegen.
Een groep Italiaanse toeristen had minder geluk. De
zevenentwintigste van dezelfde maand vatte een vliegtuig van Flash vuur,
terwijl het over Griekenland vloog. De passagiers, op weg naar Bologna
vanuit Sharm el-Sheikh, herinnerden zich hoe ze de vlammen uit een van de
motoren konden zien. Het vliegtuig maakte gelukkig een geslaagde
noodlanding op de luchthaven van Athene, waar het door brandweerwagens
werd opgewacht. Afgelopen week bleek dat de Boeing in zijn elfjarig
bestaan eigendom was geweest van vijf verschillende
luchtvaartmaatschappijen en in die tijd al door 25.592 take-off- en
landingscycli is gegaan - een gemiddelde van zes per dag, en het maximum
wat men van de machine kan vergen.
Volgens de Zwitserse dienst voor burgerluchtvaart (BAZL)
waren de eerste tekortkomingen al aan het licht gekomen bij een controle
op 27 april 2002. Toen stelden ze onder meer vast dat sommige
navigatiedocumenten ontbraken, dat de berekening van de brandstofvoorraden
niet aan de internationale normen beantwoordde en dat de aanduidingen voor
de nooduitgangen onvolledig waren. Ook het landingsgestel, de motoren en
het besturingsmechanisme vertoonden tekenen van slecht onderhoud.
Zwitserland maakte een nieuwe toelating afhankelijk van een
veiligheidsattest van de Egyptische luchtvaartautoriteit. Die werd
ingelicht, maar reageerde niet.
Het inspectierapport belandde in de databank van de
Europese Gezamenlijke Luchtvaartautoriteiten in het Nederlandse Hoofddorp,
waar nationale luchtvaartautoriteiten er beroep op kunnen doen. Ze
vergaten het jammerlijk.
Ook de Belgische luchtvaartautoriteiten hadden onraad
kunnen ruiken, als ze de 'zwarte lijsten' van Europa hadden geraadpleegd.
Flash Airlines blijkt immers meerdere raakvlakken te hebben met ons land.
Zonder de beschikking te hebben over de, voor het publiek ontoegankelijke,
Europese gegevensbank achterhaalde Wiloo aan de hand van foto's door
vliegtuigspotters, dat het tweede (na de crash enige) Flash-toestel in
2000 al voor een eerste keer in Oostende landde. Het vloog toen onder naam
van Heliopolis, zoals Flash zich vroeger noemde.
In Oostende werkt het Flash-management nauw samen met Air
Memphis. Sinds november vorig jaar huurde deze chartermaatschappij ook één
keer per week het gecrashte toestel voor een vlucht van Sharm el-Sheikh
naar Pisa.
Wiloo stelde bij de Flash-partner Air Memphis verschillende
inbreuken op de Belgische en luchtvaartwetgeving vast. Hoewel de
maatschappij beschikt over een kantoor op de luchthaven is ze niet
opgenomen in het Oostends Handelsregister. Ze heeft een vluchtnummercode
van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) maar vliegt
meestal met de niet langer erkende vluchtcode 'IAX'. De Duitse
maatschappij aan wie deze code toebehoorde en van wie Air Memphis de code
'ontleende', bestaat niet meer. Het maakt het de luchtvaartautoriteiten
extra moeilijk om Air Memphis te controleren. De maatschappij heeft daar
misschien goede redenen voor.
Ze heeft een jammerlijk veiligheidspalmares. In augustus
2000 werd een Boeing 707 in Oostende aan de ketting gelegd wegens te
onveilig. Er waren tal van technische gebreken en het onderhoudsboekje
werd niet bijgehouden. Voordien maakte het al een buiklanding in Oostende.
Een B707 zustertoestel van Air Memphis, dat in 1997 op Oostende nog een
aantal vluchten uitvoerde, crashte het jaar daarop in Kenia, waarbij alle
bemanningsleden omkwamen. Op 11 juli 2003 stortte een Boeing 707 van Air
Memphis Oeganda neer in Bangladesh.
Sinds 23 oktober raast Air Memphis ook dagelijks met een 30
jaar oude cargo-Boeing 707-366C over de Oostendse shoppingcentra en
woningen. Op 20 november vorig jaar liep zijn take-off bijna uit op een
ramp. Een verbouwereerde vliegtuigspotter stelde toen vast dat het toestel
(met als kenteken SU-AVZ) de startbaan opreed en voluit gas gaf met zijn
tweede motor in reverse, een procedure om af te remmen. De start kon nog
worden afgebroken, maar als de piloot voorbij het zogeheten point of no
return was geweest, riskeerde hij een crash. "Oostende ontsnapt dagelijks
aan een ramp", zegt de actiegroep Wiloo onomwonden.
Pas eerder deze week, na de ramp met Air Memphis-partner
Flash, kondigde directeur-generaal Eric van Nuffel van het Bestuur der
Luchtvaart aan de maatschappij te zullen controleren. Zijn diensthoofd
veiligheid beschuldigde daarop in enkele kranten Wiloo van
"stemmingmakerij".
Daar denken ze aan de overzijde van het Kanaal duidelijk
anders over. In verschillende Britse kranten lekte gisteren de 'zwarte
lijst' van de Britse luchtvaartautoriteiten uit. Daarop staan een
twaalftal maatschappijen. Naast de obscure maatschappijen zoals Star Air
en Air Universal (Sierra Leone), Kyrgyzystan Airlines, Air Bosnia,
Raf-Avia (Litouwen) en Enimex (Estland) staat ook Air Memphis. Deze
Egyptische maatschappij mag al sinds april 1999 niet meer landen in
Groot-Brittannië nadat één van haar vliegtuigen bij een inspectietest door
de mand was gevallen. Er is maar één reden waarom maatschappijen als Flash
Airlines, Air Memphis en vele andere er toch nog in slagen om in sommige
Europese landen door het oog van de naald te kruipen: het gefilibuster
binnen de Europese Unie. Al in januari 1996, na de crash van een Duits
chartervliegtuig voor de Dominicaanse Republiek, verzocht de Raad aan de
Commissie een "communautaire strategie" uit te werken om de
veiligheidsstandaarden- en vereisten binnen de EU te harmoniseren.
De bewuste richtlijn is zo goed als uitgewerkt, maar tot
vandaag, acht jaar later, nog niet in voege omdat men struikelt over
technicalities. Nelly Maes (Spirit), die in het Europees Parlement
rapporteur is van het SAFA-rapport (veiligheidsaudit van buitenlandse
vliegtuigen), drong er deze week bij de Commissie op aan spoed te zetten
achter een gezamenlijk beleid.
Hadden de Commissie, de Raad en het Europees Parlement de
ramp van vorige week kunnen voorkomen als ze niet zo lang getalmd hadden?
Nelly Maes: "Dat is scherp gesteld, maar het had gekund."
Hoezo?
"Sinds 1996 is er een efficiënte lobbymachine aan de gang
die de nationale regeringen, de Raad, de Commissie en het EP zo zwaar
onder druk zet dat de richtlijn over geharmoniseerde
veiligheidsstandaarden op de lange baan werd geschoven. Zelfs mijn
collega-europarlementsleden lagen dwars. Ze verdedigden de belangen van
hun nationale luchtvaartmaatschappijen in plaats van het algemeen belang.
Eén van mijn Britse collega's verdedigt bijvoorbeeld tijdens de
vergaderingen openlijk de belangen van British Airways, waarvoor ze
vroeger werkte... Mijn Duitse collega trekt dan weer de kaart van
Lufthansa. Naast de luchtvaartmaatschappijen wordt ook succesvol gelobbyd
door de luchthavenbesturen, charterorganisaties en reisbureaus."
Bij wie de klant maar al te graag goedkope reizen boekt,
onwetend dat er wordt bespaard op de veiligheid.
"We zouden moeten samenwerken met consumentenorganisaties
om aan die bewustwording te werken, maar ook dat wordt tegengehouden
binnen de Europese besluitvorming. Ik ga maandag in Straatsburg de
lidstaten en de Raad oproepen om meer informatie vrij te geven. Als je
weet dat vliegtuigen uit derde landen viér maal onveiliger zijn dan
EU-toestellen, dan verwacht je toch minstens dat men de maatschappijen met
een slechte reputatie bekendmaakt, zodat de klant kan beslissen. Maar nee
hoor, alles blijft geheim."
Ook in Oostende, waarvoor uw partijgenoot Bert Anciaux
bevoegd minister is?
"Ik ben ervan overtuigd dat hij als minister van Verkeer zijn
verantwoordelijkheid zal opnemen."
|